Zoutophoping in de muur

Na het behandelen va een muur tegen optrekkend vocht kan de muur gaan drogen. Bij het drogen van een muur -onafhankelijk of het via klassieke afdichting of via elektro-osmose gaat- wordt veel vocht via de muur aan de binnenkant verdampt. Daar zullen dus ook de meeste zouten uitkristalliseren. Het volledig verwijderen van die zouten is nooit mogelijk maar dat is ook niet noodzakelijk.

Of het bij uitbloeiingen inderdaad om zouten of om schimmels gaat, is eenvoudig vast te stellen: zouten zijn vaak korrelig van structuur en smaken ook gewoon zout.

Bij voormalige stallen in boerderijen is vaak sprake van ernstige verzouting door de urine van het vee. De droging zal in dat geval langer duren. Soms verdampt de muur uiteindelijk geen vocht meer omdat het zout dit gewoon vast houdt: een volledig door zouten verzadigde wand is niet volledig te drogen. Wel is het optrekkend vocht te stoppen, waarna een zoutscherm op die plaatsen natslaan kan voorkomen.

Zouten komen overal in de grond voor. Ze zitten opgelost in het grondwater, en kunnen zo mee getransporteerd worden de muren in als het water capillair opstijgt omdat er bijvoorbeeld geen horizontale barrière in de muur aanwezig is om het opstijgend vocht tegen te houden. Continu stijgt nieuw (grond-)water op, dat dan weer verdampt op de muur. Hierdoor stijgt de concentratie aan opgeloste zouten, en zal uiteindelijk een deel kristalliseren.

Ook na het blokkeren van de vochttoevoer als het vocht in de muur langzaam gaat verdampen, zullen de achterblijvende zouten opdrogen en kristalliseren.
Zoutproblemen ontstaan altijd in combinatie met (optrekkend) vochtproblemen.

Er zijn zouten die als kristallen uitbloeien en zouten die als natte vlekken zichtbaar blijven (hygroscopische zouten):

Uitbloeiende zouten
Zouten die bij het verdampen van het water kristallen vormen, bestaan ze meestal uit sulfaten en carbonaten. Bij het kristalliseren neemt het volume van het zout toe, waardoor pleisters of verf worden kapotgedrukt.
Als ze aan de oppervlakte kristalliseren (uitbloeiing) ontstaat er vooral esthetische schade zoals witte vlekken.
Indien de kristallen onder het oppervlak,in de baksteen of muurafwerking kristalliseren (crypto-uitbloeiing), kan er op den duur ernstige schade ontstaan: het stucwerk scheurt, laat los, brokkelt af of stukken baksteen breken af.

Hygroscopische zouten
De hygroscopische zouten zoals chloriden en nitraten nemen vocht op uit de lucht. Afhankelijk van de relatieve luchtvochtigheid vormen zich vochtvlekken, zonder dat er een andere echte bron van vloeibaar water aanwezig is. Door de langdurige vochtigheid vermindert de duurzaamheid van de materialen.
Nitraten worden vooral gevonden bij voormalige stallen in boerderijen doordat de urine van vee veel nitraten bevat. Ook bij hergebruikte bakstenen is het risico op nitraten groter.
Chloriden zijn vooral te vinden in muren nabij zoutopslagplaatsen, muren die dicht langs wegen staan waar in de winter wordt gestrooid (strooizout) of langs kustgebieden (zeezout). Chloriden zijn zowel hygroscopisch als uitbloeiend.

Wanneer ingrijpen bij zoutproblemen?
De kritische hoeveelheid zouten waarbij men in 'moet' grijpen, is onder meer afhankelijk van het type en soort zout/zouten en in welke bouwmaterialen ze voorkomen.

De Oostenrijkse Önorm B 3355-1 houdt de volgende concentraties aan:

                   geen ingreep nodig bij:       ingrijpen boven:
chloriden          < 0,03 % zout                  0,10 % zout
nitraten            < 0,05 %                         0,15 %
sulfaten            < 0,10 %                         0,25 %

Onafhankelijk van bovenstaande normen zal men gewoonlijk ingrijpen zodra onacceptabele visuele of technische schade ontstaat.

Hoe zouten behandelen?
Stop eerst het optrekkend vocht zodat geen zouten meer nageleverd worden met het opstijgend vocht! Kijk voor meer informatie bij Optrekkend vocht oplossen en bij Onze werkwijze.
Alleen als het optrekkend vocht gestopt is, is het zinvol om iets tegen het zout te doen.
Voor de afwerking kan men grofweg kiezen voor de volgende opties:

  • een saneerpleister
  • een voorzetwand
  • een zoutblokkerend membraan (bijvoorbeeld Membrasec of Membrascreen van Rewah).

Verwijderen van zouten uit de muur
Over het algemeen kan men alleen zouten die (dicht) aan de oppervlakte zitten verwijderen. Zouten die dieper in de muur zitten, zullen indien de wand weer echt droog is ook geen problemen opleveren, en hoeven daarom ook niet verwijderd te worden.
Verwijdert u de zouten die aan de oppervlakte zitten niet, dan kunt u vooral als er wordt afgewerkt met reguliere muurgips vochtvlekken verwachten doordat het zout in de muur hygroscopisch gaat reageren met het vocht in de omgevingslucht.
In de praktijk blijkt vaak dat mensen een muur (grotendeels) hebben drooggelegd met injectage, maar dat bij de renovatie daarna muurgips is gebruikt in plaats van saneerpleister.
Op de foto's ziet dit er uit als vochtplekken op de muur:

   

Bij oplosbare zouten:
Deze zouten kan men iets makkelijker weer in oplossing brengen en uit de wand halen (extractie). Voor de extractie gebruikt men een ontzoutingskompres van cellulose of klei. Op die manier kan men de zoutconcentratie in de muur verlagen. Ook kan men kiezen voor een saneringspleister als wandafwerking (of als tussenlaag indien men deze te grofporig vindt). Het saneringspleister is eigenlijk al een definitieve wandafwerking met zeer grove poriën, waardoor de zouten die met eventueel (rest-)vocht nog uit de wand migreren in deze laag kunnen achterblijven zonder daar veel schade aan te richten. Lees meer hierover bij Renovatie.

Bij uitbloeiende zouten:
Droog afborstelen of meerdere keren borstelen+afspoelen.
Het afspoelen kan met water of (bij sulfaten, moeilijk:) met een alkalische oplossing of (bij carbonaten:) met een verdunde zuuroplossing (10% HCL,het oppervlak eerst voorverzadigen met water en veel naspoelen).

Bij hygroscopische zouten:
Aangezien deze zouten in de toekomst altijd 'nat' zullen uitzien zodra de relatieve luchtvochtigheid verhoogd is, kiest men hierbij vaak voor antizout membranen, een zout- en vochtbestendige afwerking of een chemische antizout behandeling.

Enkele specifieke zouten zijn op aparte manieren te behandelen:
Vanadiumzout (baksteenpigment) geeft groene, gele of blauwe uitbloei en is te behandelen met Kaliumhydroxide.
IJzerzout geeft bruine plekken en afschilferende baksteen en is te reinigen met oxaalzuur, fosforzuur of ammoniumbifluoride.
Mangaanzout (baksteenpigment) geeft bruine of zwarte plekken en is te behandelen met azijnzuur en waterstofperoxide.
Candlotzout (ettringiet of calciumsulfoaluminaat) veroorzaakt afschilfering, stukspringen van metselwerk en opzwelling. Het is een reactie tussen sulfaten uit het optrekkend vocht en calcium uit het cement. Het is een reactie die niet is om te keren, waardoor er ook geen behandeling voor is.

Zouten blokkeren
Met een muurzoutblokker ofwel zoutsper kan men het transport van vloeistof en daarmee ook zouten in een muur tegengaan. De effectiviteit is afhankelijk van de poreusheid van de ondergrond.

LET OP!
Indien op de buitengevel een hydrofobeermiddel wordt toegepast op een natte wand, kunnen sulfaten (uitbloeiende zouten) kristalliseren onder het hydrofobeermiddel, met als gevolg afschilfering of verpoedering van de baksteen. Ook chloriden en nitraten (hygroscopische zouten) kunnen nevenverschijnselen veroorzaken.

Optrekkend vocht? Ik wil droge muren!

Benieuwd of de E-Dryer voor u ook de juiste oplossing is?

Bel  naar  085-0606246 of de expert 06-81048019.
Stuur een terugbelverzoek.
Mail naar info@drogemuren.nl of kijk op de contactpagina voor de rechtstreekse mailadressen.

© 2016 - 2024 JB Muurdroging | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel